Schokker Aaltje komt van het voormalige eiland Schokland. Ze brengt ons in het eerste deel van haar verhaal brengt terug naar het visserseiland, bekeken door de ogen van haar overgrootmoeder Jannetje. Ze vertelt over het leven op het eiland in de eenvoudige houten eenkamerhuisjes. Waar de kinderen op een vlondertje onder het dak sliepen en iedereen met de handen uit 1 pan at op de tafel. Een pan meest gevuld met aardappels, als het er was groente (meestal kool) en natuurlijk vis! Vis werd elk weekend binnengebracht door de mannen en oudere jongens nadat ze de week op zee waren geweest. En na of tijdens elk verhaal komt er wel een liedje, soms vrolijk, soms zo droevig dat het publiek geraakt is. Zo worden wij door het leven van Jannetje gevoerd, hoe ze opgroeit en trouwt, haar goede en slechte tijden. Ook heeft ze het over de hoogtijdagen in het dorp, als er een hoop gezelligheid is in het het dorp. Leuke anekdotes heeft ze over de kleding van toen. Na de pauze gaat het verder over hoe het einde zich aankondigde met de stormramp van 1825 die in heel Nederland ver landinwaarts huishield. Drie dagen lang spoelde de zee over het eiland, van 3 tot aan 5 februari, er vielen er dertien doden en niemand hield het droog. Verwonderlijk is het dat nu, nadat er al meer dan honderd jaar niemand meer op het voormalige eiland woont, er familes zijn die zich nog steeds Schokker voelen en de verhalen en liedjes laten herleven. (vrij naar www.boarnburgum.nl) | Bron: www.boarnburgum.nl/ |